Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En sloeg in de teile, of in den ketel, of in de pan, of in den pot; [31]al wat de krauwel optrok, dat nam de priester [32]voor zich. Alzo deden zij aan [33]al de Israelieten, die te Silo kwamen. 31. God had den priesters zekere delen of stukken der beesten, die geofferd werden, tot hun spijs gegeven; te weten, de borst en den rechterschouder, Ex.29:27,28, en Lev.7:31,32,33, maar zij mochten niet nemen wat hun beliefde, of wat de gaffel hun gaaf; ook moest het deel, hetwelk den priesters toekwam, eerst voor den Heere opgeheven en bewogen worden; Lev.7:34. 32. Of, daarmede; te weten, met den krauwel. 33. Hebreeuws, al Israel.